Toespraak Gouverneur Roemer over de impact en het belang van aandacht
voor de gebeurtenissen tijdens WO II
Beste aanwezigen,
In mei 1942 bepaalt het Japanse bestuur dat krijgsgevangenen voortaan
als arbeiders worden ingezet in de Japanse industrie. Met duizenden
tegelijk werden de krijgsgevangen met Japanse transportschepen
aangevoerd. Nu kennen we de impact van die transporten. Bij de
transporten op deze zogenaamde hellships vallen rond de 22.000
slachtoffers. Wie dat toen nog niet wist was Adolphe M. Douwes. Dolf,
voor de meesten beter bekend, was slechts 18 jaar oud toen hij werd
opgeroepen voor de militaire dienstplicht in Nederlands-Indië.
Na met zeer beperkte middelen tegen de
Japanners te hebben gevochten belandde Dolf uiteindelijk als
krijgsgevangene in een van de Japanse kampen, kamp Tjimahi. Vanuit daar
werd hij op treintransport gezet naar Kuy om te werken aan de
Birma-spoorlijn. De bouw daarvan kostte zeker 115.000 (dwang)arbeiders
het leven.
Nadat de spoorlijn klaar was zou Dolf in
de havens van Bangkok op een boot gezet worden door de Japanners. Maar
de haven werd gebombardeerd en de boot bleef aan wal en kort daarna op
15 augustus capituleerden de Japanners. In al het noodlot dat Dolf ten
deel kwam bleef hem dus een ding bespaard; de Japanse Helschepen. Later
gaf Dolf zelf al aan dat hij dacht dat de Japanners er op rekenden dat
die boot op zee zou worden getorpedeerd.
Na de oorlog vestigde Dolf zich in
Geleen om te werken bij DSM. Het is hier in Limburg waar Dolf jarenlang
zijn verhalen uit de oorlog heeft verteld aan jongeren. Zijn meest
gehoorde reactie was “de Japanse oorlog? Daar hebben we nog nooit van
gehoord”. Op 13 juli 2022 is Dolf helaas overleden. Op 98-jarige
leeftijd kwam zijn bewogen levensreis ten einde en daarmee ook aan het
delen van zijn verhaal uit eerste hand.
Nu er steeds minder ooggetuigen zijn van
de Tweede Wereldoorlog is het des te belangrijker dat wij de verhalen
zelf door vertellen. Daarom ben ik vereerd dat ik vandaag de
tentoonstelling over de Japanse helschepen mag openen, hier in Roermond.
Zo houden we de herinnering levend aan al die mensen die minder geluk
hadden dan Dolf. Maar zo blijven we ons ook herinneren dat de wreedheden
van toen nooit meer mogen gebeuren.
Ik hoop dat jullie deze tentoonstelling
met veel aandacht zullen bezoeken. En met jullie ook velen anderen. De
verhalen van de overlevenden zijn een belangrijk onderdeel van onze
geschiedenis. Ze mogen nooit vergeten worden. Het is belangrijk om de
slachtoffers te herdenken, te leren van de fouten van het verleden, en
te strijden voor vrede en gerechtigheid. Nu en ook in de toekomst
|