|
Toespraak van heer Hans Cremers, voorzitter stichting Nationaal
Indië-monument 1945-1962, ter gelegenheid
van de 17e Herdenking op 7 september 2004
Heden 7 september
2004, anno Domini, is het de 17de maal dat wij hier allen samen zijn om
te herdenken de militairen die gesneuveld zijn bij de talrijke militaire
acties in het voormalig Nederlands Indië en Nieuw Guinea.
In de afgelopen 16 jaar, tot op de dag van
vandaag, zijn het meer dat een half miljoen dierbaren geweest, die in
massaliteit en ook in stilte hier naar toe zijn gepelgrimeerd, om hun
dierbaren te gedenken en om hun eer te bewijzen.
Ook vandaag bent U weer in groten getale hier
aanwezig en ik heet U allen van harte welkom namens de Stichting
Nationaal Indië-monument 1945-1962. Uw jaarlijkse massale aanwezigheid,
die door de oud-journalist Pierre Huyskens zo treffend de 7 september
divisie genoemd werd, weerspiegeld overduidelijk Uw betrokkenheid bij
dit monument en allen die daardoor worden herdacht en geëerd.
Bijzonder welkom heet
ik in hun verscheidenheid de vertegenwoordiger van Hare Majesteit de
Koningin zijne Excellentie luitenant-generaal Blomjous, zijne
Excellentie vice-premier Minister De Graaf, de Ridders Militaire
Willemsorde, de dragers Bronzen Leeuw en Bronzen Kruis, namens de
provincie Limburg de Gouverneur Baron van Voorst tot Voorst. De
burgemeester van Roermond de Edelachtbare Heer Van Beers. De wethouders
van Roermond, de heren Van Rey, Imkamp, IJff, Schreurs en Kemp en de
gemeentesecretaris mevrouw Van Breugel. Namens het bisdom bisschoppelijk
vicaris monseigneur Storcken.
De chef defensiestaf Generaal Berlijn, Schout
bij Nacht Visser namens de Zeestrijdkrachten, de Luitenant-generaal
Urlings bevelhebber der Landstrijdkrachten, de Generaal-majoor Meulman
bevelhebber der Luchtstrijdkrachten, Kolonel Verkerk namens de
bevelhebber der Koninklijke Marechaussee, Luitenant-generaal van Baal
Inspecteur der Veteranen, Generaal-majoor Noordzij Commandant
Operationeel Commando, de voormalige Eerste Divisie, de leden van de
Tweede Kamer.
Een hartelijk welkom
aan de Bestuursdelegaties van zovele bestuursorganisaties en een
bijzonder hartelijk welkom aan Wiel Robeers de nestor van de Stichting
Nationaal Indië-monument.
Ook in deze dagen wordt wederom jammerlijk
aangetoond dat vrijheid en democratische waarden verdedigd moeten worden
door jonge mannen en vrouwen in dienst van een volk en vaderland en in
dienst van de vrede. Wederom worden zij ingezet met alle risico’s
daaraan verbonden.
Deze plek is een oord
waar wij, de nabestaanden van dappere mannen en vrouwen die begraven
liggen op de erevelden van de Indische archipel, kunnen gedenken dat ook
zij door een democratie aangewezen werden om s’lands belangen met hun
totaliteit te dienen. Voor meer dan 6.200 van hen betekende dit dat zij
het hoogste offer gaven: dat betekende, zij gaven hun leven.
Ik nodig U uit ‘Hic et Nunc’ op deze plaats
bij dit monument dit te gedenken dat zij in onze herinnering die
voorname plaats mogen blijven behouden die hen meer dan toekomt.
Ik moge U en U allen
een stemmige herdenking toewensen.
|
|