|
Toespraak van de
heer Pascal Limpens, voorzitter van
de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, ter gelegenheid van de
23e Herdenking op 4 september 2010
Veteranen, nabestaanden, dames en heren het is mij een
voorrecht u allen vandaag welkom te mogen heten bij de
23e herdenking bij het Nationaal Indië-monument hier in
Roermond. Vandaag herdenken wij de gevallenen in het
voormalig Nederlands Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in
de periode 1945–1962.
In het bijzonder heet ik welkom de vertegenwoordiger van
Hare Majesteit de Koningin, Generaal majoor Morsink, de
Ridders Militaire Willemsorde de heer Hakkenberg, de
heer van den Hoek, de heer Houben en de heer den Ouden,
Namens de Tweede Kamer der Staten Generaal mevrouw
Verbeet. Namens de Minister van Defensie en de
Nederlandse Strijdkrachten, Zijne Excellentie Luitenant-
Generaal Oostendorp, de gevolmachtigde Minister van
Aruba Zijne Excellentie Abath, de gouverneur van de
provincie Limburg de heer Frissen en de burgemeester van
Roermond de heer Van Beers. Daarnaast heet ik welkom de
vertegenwoordigers van de kerkelijke autoriteiten, de
diverse Krijgsmachtonderdelen, de vertegenwoordigers van
nationale, provinciale en gemeentelijke overheden en de
vele vertegenwoordigers van maatschappelijke
organisaties.
Dit jaar heeft het bestuur van de Stichting Nationaal
Indië-monument 1945-1962 de eerste stappen gezet om de
herdenking van de gevallenen in het voormalig Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea voor de
toekomst veilig te stellen. Onze doelstelling is een
brug te slaan tussen de generaties veteranen en
gezamenlijk onze militaire gesneuvelden hier in Roermond
te eren en te herdenken. Dit is de reden waarom wij
vandaag met een krans, ook de gesneuvelden eren die
tijdens vredesoperaties zijn gevallen vanaf het moment
dat de Nederlandse regering besloot om deel te nemen aan
de operatie van de Verenigde Naties in Korea.
De eerste stappen van onze toekomstvisie zijn reeds
zichtbaar in de herdenkingsboog, die met hulp van
maatschappelijke organisaties tot stand is gekomen èn
het besluit van het Roermondse stadsbestuur om de naam
van 'Stadspark Hattem' te wijzigen in 'Nationaal
Herdenkingspark Roermond'. Wij zien dit als een
stimulans om de ingeslagen weg te vervolgen.
Vandaag herdenken wij de meer dan 6200 gevallenen die in
het voormalig Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea zijn gesneuveld. Hun namen vindt u achter
mij in stalen zuilen gegraveerd. Dat deze lijst met
namen niet uitputtend is mag blijken uit het feit dat
wij dit jaar wederom 51 geverifieerde namen hebben
toegevoegd. Onze taak zit er pas op als alle namen van
gesneuvelden worden vermeld, de bijdragen van de heer de
Leeuw, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
en de Oorlogsgravenstichting mogen niet onvermeld
blijven.
De heer van Geenen, een veteraan, schreef ons een
gedicht waarvan ik graag een frase wil aanhalen:
“zij liggen daar in graven
heel ver van iedereen
hun namen staan nu in Roermond
in onverwoestbaar steen,
en eens per jaar wordt daar herdacht
het offer, in de Oost gebracht
zij komen daar dan even
alsof de tijd de wonden heelt
in onze geest tot leven”
Deze woorden geven heel treffend de doelstelling van
deze herdenking weer. Laten wij vandaag hun verhalen
vertellen en hun namen noemen.
Ik wens u allen een waardige herdenking.
|
|