|
Toespraak van majoor Maarten Grendel bij de
NIM-Veteranenlezing, mede mogelijk gemaakt door VOMI '75 jaar
VN-vredesmissies' en de Nederlandse bijdragen in TheaterHotel De
Oranjerie op 2 september 2023
Excellenties, medeveteranen, leden van het NIM-comite, geachte
aanwezigen.
Ik voel me vereerd om hier te mogen staan, na twee indrukwekkende
verhalen van militaire collega’s die niet alleen in rang maar ook in
ervaring mijn meerdere zijn. Daarom wil ik beginnen met het bedanken
van luitenant-generaal Matthijssen voor de uitnodiging om hier mijn
ervaringen uit twee VN-missies met u te delen en het NIM-comité voor
het faciliteren daarvan tijdens deze veteranenlezing. En ook
Caecilia, dank voor jouw verhaal en ik kan niet anders dan groot
respect betuigen voor de manier waarop jij je inzet voor de VN en
vrede, zeker na alles wat je hebt meegemaakt.
Het thema van vandaag moge inmiddels duidelijk zijn – 75 jaar
VN-vredeshandhaving.
De eerste VN-vredesmissie UNTSO begon in mei 1948 en zag toe op de
verschillende VN-resoluties die moesten voorkomen dat in Israël,
Libanon, Syrie, Jordanië en Egypte de strijd weer zou oplaaien. Na
UNTSO volgden vele andere missies verspreid over vrijwel alle
werelddelen.
Centraal-Amerika, Afrika, Azië en het Midden-Oosten, en ook in
Europa.
61 missies zijn afgerond. 12 missies zijn momenteel nog gaande.
In vele van die missies zijn Nederlandse militairen actief geweest
of nog steeds ingezet.
In twee van die missies heb ik mogen dienen.
In 2015 ben ik vier maanden uitgezonden voor MINUSMA in Mali en in
2018 en 19 een jaar lang als VN-waarnemer in Libanon voor die eerste
en oudste vredesmissie; UNTSO, de United Nations Truce Supervision
Organization.
Het waren interessante, soms intense maar bovenal bepalende periodes
in mijn leven.
Achteraf gezien zou ik sommige dingen anders gedaan hebben, maar ik
heb er vooral enorm veel van geleerd. En ook al heeft mijn inzet de
wereld niet enorm veranderd, ik denk dat mijn bijdrage tijdelijk en
plaatselijk een positieve impact heeft gehad. En met mij denken veel
veteranen er zo over.
Toch hebben veel mensen kritiek op het succes, of gebrek daaraan van
VN-missies
Na twee missies als VN-peacekeeper kan ik dat beter plaatsen.
Inderdaad, niet alle VN-missies zijn succesvol. En geweld tegen
onschuldigen kon en kan niet altijd voorkomen worden. De voorbeelden
uit het verleden kennen we en ook wat er momenteel op diverse
plekken in de wereld gebeurt, zoals het afgelopen anderhalf jaar in
Oekraïne, is vreselijk. Ik verwacht overigens niet dat daar snel een
VN-interventie zal plaatsvinden.
In het UNTSO mandaatgebied is het nog geen vrede.
En evenals een aantal eerdere missies eindigt MINUSMA zonder dat er
in Mali een stabiele en vreedzame democratie is gerealiseerd. Maar
hoe zou de wereld er uitzien zonder VN?
Wat is het alternatief?
Het is sinds de oprichting van de VN nog nooit zo lang vrede geweest
in Europa. Dat het aantal gewapende conflicten toeneemt is geen
reden om het bijltje erbij neer te gooien.
Zolang het niet overal vrede is moeten we als mensheid vooral kijken
hoe we het beter kunnen doen. En dat kan alleen zolang mensen zich
daarvoor willen inzetten en bereid zijn het soms gevaarlijke en
moeilijke werk van peacekeeping op zich te nemen.
Veel mensen zeggen dat de VN te bureaucratisch is en geen militaire
slagkracht heeft, een papieren tijger.
De VN is allereerst een civiele organisatie, een
samenwerkingsverband waaraan alle landen deelnemen en vele
verschillende agencies proberen een bijdrage te leveren aan het
verbeteren van veiligheid, vrijheid, gezondheid en welvaart. Zowel
in Mali als Libanon waren er naast de militaire missies tientallen
andere VN-organisaties actief waarmee we probeerden onze
werkzaamheden en inzet zo goed mogelijk af te stemmen. Humanitaire
hulp, bescherming van vrouwen en kinderen, economische ontwikkeling,
het ondersteunen en opbouwen van een goedwerkende overheid en
justitie, defensie en veiligheidsapparaat. Dat is in de praktijk
enorm complex, vraagt veel overleg en lijkt niet altijd direct
efficiënt. Maar wederom, wat is het alternatief.
Militaire missies vinden nooit in een vacuüm plaats, maar altijd als
onderdeel van een groter geheel, voor, met en tussen de mensen. En
precies daar, als het te chaotisch of gevaarlijk is voor reguliere
autoriteiten, organisaties en instanties staan militairen in hun
kracht.
Als militair voelde ik me bij mijn beide uitzendingen voor de VN ook
bevoorrecht om te mogen werken in tot dan toe voor mij onbekende
werelddelen.
Zowel Afrika als het Midden-Oosten hadden altijd een soort mythische
status voor me.
De gebieden waar de grote avonturiers uit de boeken die me als kind
inspireerden zoals Livingstone en Lawrence hun verhalen vereeuwigd
zagen.
Ik vond het fantastisch om onder de vlag van de VN de wereld te
mogen ontdekken
Een van de mooiste aspecten voor mij persoonlijk daarin was ook
juist die samenwerking met buitenlandse collega’s en de lokale
bevolking. Het leverde me een veel beter inzicht op in andere
culturen, alsmede een stuk relativeringsvermogen en flexibiliteit.
En daarnaast ook gewoon hele mooie contacten met mensen die je in
een normale baan niet zo snel zou opdoen.
Zoals de kinderen in Mali, die minstens net zo nieuwsgierig,
onbevangen en vrolijk in het leven staan als kinderen waar ook ter
wereld. Ook al hadden ze nog geen fractie van het speelgoed,
voorzieningen en kansen als kinderen in Nederland.
Zoals onze Libanese tolk Siba, een meisje uit een Soennitische
familie, maar in spijkerbroek met haar haar in een staart. Ze had
het niet altijd makkelijk wanneer ze als vertaler meeging naar
meetings met radicale Sjiitische burgmeesters en was tijdens diverse
verbale en fysieke confrontaties minstens zo dapper als de
militairen met wie ze mee op patrouille ging.
Zoals de militairen uit Chad, die in Mali vanwege
bevoorradingsproblemen met één fles water per dag moesten doen om te
drinken, koken en wassen terwijl het buiten 50 graden was. Daarna
klaagde ik nooit meer dat ik op ons kamp maar 2 minuten per dag
mocht douchen.
Sommige contacten waren mensen die je buiten de VN in een militaire
context misschien alleen als potentiële tegenstander zou zien.
Zoals Chinese officier Liu, die woonde in een middelgrote stad met
15 miljoen inwoners. Met wie ik prima kon discussiëren over de
voor-en nadelen van communisme versus kapitalisme waarna we nog
steeds samen een biertje konden drinken. En die blij was dat China
in 2015 de eenkindpolitiek had afgeschaft omdat hij zielsveel hield
van zijn twee dochters met wie hij elke avond belde.
En de Russische collega-waarnemer Konstantin. Altijd vol van ideeën
om het leger uit te gaan en het te maken met een baanbrekende
onderneming. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne sprak ik hem
via socialmedia. Hij zat nog steeds in dienst. Ik weet niet of hij
nu nog leeft, maar zijn wijze woorden blijven me bij:
Life is easy, it is the people that make it complicated.
Ik ben het ook eens met een ander citaat van Secretaris-Generaal en
nobelprijswinnaar Dag Hammarskjold. “Peacekeeping is not a soldiers’
job, but only a soldier can do it. Het is een paradox, maar eentje
die voor mij perfect de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid van
vechten voor vrede belichaamt. Het is de wil om je ondanks grote
persoonlijke risico’s in te zetten voor iets dat groter is dan
jezelf. Geen enkele militair vindt het fijn om maanden van huis te
zijn. Geen enkele militair kiest ervoor om te sneuvelen, maar we
kiezen wel bewust voor de ontberingen omdat we overtuigd zijn dat we
dat doen voor iets dat de moeite waard is. En er zijn weinig andere
beroepen waarbij de ultieme consequentie van de inherente risico’s
van het vak zo prominent aanwezig is. Zowel als gevolg van
gevechtshandelingen als dodelijke ongevallen zoals we die helaas in
Mali ook hebben meegemaakt.
Daarom gedenken we vandaag alle Nederlandse militairen die
gesneuveld zijn tijdens missies na de Tweede Wereldoorlog. Specifiek
staan we daarbij uitgebreid stil bij de meer dan 6200 Nederlandse
militairen die omkwamen tijdens de strijd in het voormalige
Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea.
Over die strijd is al veel gezegd en geschreven. Wat ik daarover wil
zeggen is dat ik niet alleen militair ben, en Nederlander, maar ook
de zoon van een Javaans – Surinaamse vader en Nederlandse moeder.
Mijn opa vertrok vanuit Java naar Suriname in de hoop op een betere
toekomst en ontmoette daar mijn oma. Mijn vader is in Suriname
geboren en reisde op jonge leeftijd naar Nederland, jaren voordat
Suriname onafhankelijk werd.
Op dagen als deze realiseer ik me daarom terdege dat ik hier niet
voor u had gestaan als de persoon die ik ben zonder de koloniale
activiteiten van Nederland in zowel de Oost als de West. Daarom vind
ik het belangrijk dat we in Nederland onze geschiedenis kennen en
erkennen. De mooie verhalen vol avontuur, moed, toewijding en
veerkracht, maar ook de donkere passages. Want wie niet bereid is
van zijn geschiedenis te leren is gedoemd die te herhalen. Ook daar
is het merendeel van de hedendaagse gewapende conflicten helaas het
bewijs van.
Waar mensen niet meer openstaan voor het perspectief van de ander
ontstaat conflict.
Daarom moeten we elkaar blijven opzoeken, kijken naar welke waarden
we delen en niet bang zijn voor dat wat anders is.
Maar de wereld is niet alleen maar mooi. En de wereld is in 75 jaar
ook enorm veranderd.
Het aantal conflicten is sinds de tweede wereldoorlog niet
afgenomen. En wat ten tijde van de oprichting van de VN goede ideeën
waren heeft de tand des tijds niet altijd goed doorstaan.
In Libanon gaat het niet beter dan toen ik daar werkte. Na de enorme
explosie in de haven van Beiroet in 2020 is het land in een nog
diepere economische en politieke crisis afgegleden.
Een groot deel van de bevolking en ook de miljoenen Syrische
vluchtelingen in het land hebben grote moeite het hoofd boven water
te houden.
De gemiddelde levensverwachting is de afgelopen jaren gedaald van 79
naar 76, bijna 7 jaar minder dan die in Nederland. In Mali is de
levensverwachting momenteel slechts 60 jaar. Maar begin deze eeuw
was dat nog 50 en toen ik er was 55. Ondanks de instabiliteit is de
kindersterfte is enorm afgenomen en wat me enorm opviel is de
positieve instelling van een groot deel van de mensen. Er is hoop
voor de toekomst.
We moeten dus kijken hoe we deze landen kunnen blijven helpen. Met
VN-missies, of via andere organisaties en initiatieven. Zolang we in
Nederland de luxe hebben een deel van onze welvaart daarvoor in te
zetten zijn we dat aan onze medemensen verplicht.
Ik ben opgegroeid in de meest vreedzame periode in de geschiedenis,
in een van de meest stabiele en vreedzame landen op aarde. Dat dat
allesbehalve vanzelfsprekend is, is de afgelopen jaren en dankzij
mijn ervaringen als militair steeds duidelijker geworden. Waarom
zouden we dat dan niet aan iedereen gunnen?
En ik geloof nog steeds in de grondbeginselen van de VN.
• een wereld zonder oorlog;
• goede banden tussen landen
• armoede, honger en ziektes bestrijden
• vrijheid en rechten van mensen te verbeteren.
Maar juist daarom geloof ik ook dat we dat niet kunnen realiseren
zonder mensen die zich daarvoor in willen zetten.
De VN is niet perfect.
Maar het is wel de enige organisatie waarin alle landen ter wereld
zich verenigd hebben om de wereld een betere plek te maken. Dat dat
niet altijd lukt is geen reden om de hoop op te geven.
Naast militair ben ik zelf ook vader.
Als ik vandaag aan het eind van de dag naar huis rijd ben ik
hopelijk nog op tijd terug om mijn twee kinderen een dikke knuffel
en een kus te geven voordat ze slapen. De komende 75 jaar is de
wereld van hen.
En die wereld is het waard om voor te vechten.
|
|