Openingsgebed door
de heer Matthijs van Rooij, aalmoezenier, ter gelegenheid van de
van de 22e Herdenking op
7 september 2009
Mijn God, mijn God.
Waarom heeft U ons verlaten?
Waar was U, toen wij ziek werden van de heimwee in Indië en Nieuw Guinea?
Waar was toen onze kameraden sneuvelden in de stad, in
de sawahs, in de bergen, in de oerwouden, op zee.
Waar was U, toen wij
gewond raakten en voor ons leven vreesden?
Waar was U, toen wij
angstig waren op patrouilles in de nacht.
Waar was U Heer, toen wij mensen doodden?
Waar was U, toen wij verlangden naar onze vrouwen en
onze vriendinnen?
God, waar was u in het
begrip en de aandacht van onze meerderen, van onze
politici en van de mensen in het vaderland?
Waar was U toch, toen ver thuis geliefden stierven?
Waar was U Heer, toen wij in de fout gingen tegen ons
eigen gevoel in?
Waar was U toch gisteren,
toen Kevin van de Rijdt werd dood geschoten?
God, mijn God, waarom
hebt gij ons toch verlaten?
Wij smeken U:
Ben hier aanwezig nu wij hier stil schreeuwen in ons
eigen hart.
Ben aanwezig als wij door onze gespannenheid weer in
onze gezinnen en bij onze geliefden de fout ingaan.
Ben aanwezig bij onze vrouwen en kinderen, die ons toch
maar moeten verdragen.
Ben toch aanwezig nu de ouderdom ons begint in te halen.
Ben toch aanwezig nu wij mentaal en fysiek zwakker
worden.
Laat U nu weer kennen zoals wij U in de grauwheid van
Indië en Nieuw Guinea soms leerden kennen.
in uw dragende kracht, die ons zo bijstond.
Laat U zien aan ons.
Laat u zien aan onze gevallen kameraden, aan alle
gevallen militairen en burgers Indië en Nieuw Guinea.
Geef toch, Heer, dat wij U zien in ons
leven.
En geef dat de nabestaanden van Kevin van de Rijdt u
ook weer ooit eens gaan zien.
Laat ons Uw zegen voelen.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
|